Het jaar 2021 stond in het teken van corona. Niet alleen voor studenten heeft dit tot extra uitdagingen geleid. De onderdeelcommissie heeft in de overleggen met de directie steeds aandacht gevraagd voor de gevolgen voor het personeel, met name door te zorgen voor een goede facilitering en bieden van ruimte voor de teams om zelf tot goede keuzes te komen. Naast de pandemie heeft de commissie ingezoomd op scholing van medewerkers. Natuurlijk op het gebied van digitalisering, maar ook op het gebied van onderwijskwaliteit. De onderdeelcommissie legde in de overleggen hierover steeds de link met de regeling werkverdeling. Er zijn immers goede afspraken over de inzet van scholingsuren gemaakt en het is van belang daar optimaal gebruik van te maken. De rol van de onderdeelcommissie in deze was die van vinger aan de pols en soms van luis in de pels. De commissie vroeg in dit kader aandacht voor de verdeling van de extra middelen die het ministerie beschikbaar stelt. Een bijzonder punt van aandacht betrof de plannen op het gebied van burgerschap, rekenen, Engels en Nederlands: de onderdeelcommissie was van mening dat de kijkrichting goed was, maar dat er in de procedure hier en daar zorgvuldiger geopereerd kon worden. De teamsplitsing bij sociaal werk en de uitvoering daarvan is in volle gang. Tijd voor de onderdeelcommissie om te vragen om een stevige tussentijdse evaluatie van de splitsing. De onderdeelcommissie is van mening dat het college, de beperkingen van de pandemie in acht nemend, op de goede weg is: financieel en kwalitatief zijn er stappen gezet. Aandacht blijft nodig voor de snelheid van veranderingen: neem hierin iedereen mee en begeleid waar nodig, zodat alle medewerkers aangesloten blijven. De commissie heeft meermaals aangegeven dat groei op zich goed is, maar niet ten koste van alles. Kwaliteitsborging en zelfs verbetering is de beste motor voor groei. Het komend jaar zal de onderdeelcommissie extra aandacht vragen voor de span of control en de forse omvang van een groot deel van de teams.